Een website bestaat over het algemeen uit een back-end en een front-end. De back-end is de software die draait op een server, deze is meestal verantwoordelijk voor het beheren en delen van data en is onzichtbaar voor een gebruiker. De front-end is de software die draait in een browser en dus zichtbaar is voor een gebruiker.
De front-end bestaat uit drie talen:
- HTML: de structuur van het document (tekstblokken, afbeeldingen, menu’s, etc.)
- CSS: de opmaak van het document (kleuren, schaduwen, ruimte, uitlijning, etc.)
- JavaScript: de interactie met het document (reacties op gebruikersinteracties zoals muisklik, toetsaanslag, het muteren van de HTML en CSS)
Hoewel JavaScript van origine is ontwikkeld voor front-end software is het sinds 2009 ook mogelijk om JavaScript te gebruiken voor back-end software, dit kan door middel van Node.js. En zelfs voor embedded software (hardware) kun je het gebruiken, dit kan door middel van Espruino Node.js. Hierdoor is JavaScript snel in populariteit gestegen. Momenteel is het zelfs de populairste programmeertaal (Stack Overflow, 2018).